Overslaan en naar de inhoud gaan
#Moore Law #Tax & Legal #HR legal

Grondige wijzigingen in het sociaal strafwetboek

25/11/2024 | Leestijd: 3 minuten

Met de wet van 15 mei 2024 werd het sociaal strafwetboek grondig gewijzigd. De nieuwe regels gelden vanaf 1 juli 2024 en hebben vooral belangrijke implicaties voor bedrijven die te maken krijgen met een bezoek van de sociale inspectie. Maar wat verandert er precies? We sommen de 10 belangrijkste wijzigingen voor u op.

Bij de invoering van het sociaal strafwetboek in 2010 werd een evaluatie beloofd. Hoewel die meer tijd in beslag nam dan oorspronkelijk voorzien, werd ze ook grondiger uitgevoerd dan eerder gepland. Door de omvang van de wijzigingen kunnen we terecht spreken van een grondige update.

Wat wijzigde er?

1. Strengere sancties en hogere boetes

De mogelijke straffen worden fors verzwaard. Zo worden de bedragen van zowel strafrechtelijke als administratieve geldboeten verhoogd door de toepassing van opdeciemen. Hieronder een overzicht van de sanctieniveaus:

Sanctieniveau

Strafrechtelijke geldboete

Administratieve geldboete

Gevangenisstraf

Niveau 1

/

€ 80 - € 800

/

Niveau 2

€ 400 - € 4.000

€ 200 - € 2.000

/

Niveau 3

€ 1.600 - € 16.000

€ 800 - € 8.000

/

Niveau 4

€ 4.800 - € 56.000

€ 2.400 - € 28.000

6 maanden - 3 jaar

De boetes kunnen worden vermenigvuldigd met het aantal betrokken werknemers, tot een maximaal plafond van honderd keer het boetebedrag. Voor administratieve boetes geldt dit enkel als het specifieke wetsartikel dit expliciet toestaat.

2. Invoeren van wettelijke definitie voor ‘sociale dumping’

Het fenomeen sociale dumping werd al vaak genoemd in de pers en in PV’s van de sociale inspectie, maar kende tot nu toe geen wettelijke definitie.

Deze is nu vastgelegd als: "een brede waaier aan opzettelijke misbruikpraktijken en de omzeiling van bestaande Europese en/of nationale wetgeving, met inbegrip van wetten en algemeen toepasselijke collectieve overeenkomsten, die oneerlijke concurrentie mogelijk maken door de arbeids- en werkingskosten op illegale wijze te minimaliseren, met schending van rechten en uitbuiting van werknemers als gevolg."

3. Uitbreiding van het begrip ‘werkgever’

De definitie van een werkgever wordt uitgebreid naar "degene met wie een werknemer in contact komt als kandidaat voor een job". Dit is vooral relevant bij geschillen rond discriminatie bij aanwerving.

4. Strengere sancties voor exploitatieverbod en bedrijfssluiting

Personen die veroordeeld worden voor bepaalde inbreuken kunnen als bijkomende straf een exploitatieverbod of een bedrijfssluiting opgelegd krijgen. Deze sanctie wordt nu uitgebreid naar alle bedrijven die door de overtreder worden geëxploiteerd, zodat de sanctie niet kan worden omzeild door een nieuw bedrijf op te richten. Ook het beroepsverbod, dat eerder gold voor wie raad of hulp gaf aan overtreders, kan nu als algemene sanctie worden opgelegd.

5. Nieuwe sanctie: uitsluiting van overheidsopdrachten

Een bijkomende straf voor zwaardere inbreuken is de uitsluiting van deelname aan overheidsopdrachten of concessieovereenkomsten. Deze sanctie kan worden opgelegd voor een periode van drie tot vijf jaar.

6. Straffen bij herhaling

De sancties voor herhaalde sociale inbreuken worden verzwaard. De herhaling wordt beoordeeld op basis van een langere termijn: de evaluatieperiode is verlengd van één naar drie jaar.

7. Verhoging van straffen voor zwartwerk

Niet-aangegeven arbeid werd tot nu toe relatief licht bestraft voor werknemers, met een sanctie van niveau 1. Dit wordt nu verzwaard naar een sanctie van niveau 3.

8. Glijdende uurroosters en sancties

Bedrijven die bedienden de mogelijkheid bieden om met glijdende uren te werken, moeten dit vermelden in hun arbeidsreglement en een tijdsopvolgingssysteem hanteren. Indien dit niet het geval is, geldt dit als een inbreuk op het Sociaal Strafwetboek.

9. Invoering van verzwarende factoren

Voor sancties van niveau 4 wordt het begrip ‘verzwarende factor’ geïntroduceerd. Als een inbreuk opzettelijk wordt gepleegd, geldt dit als een verzwarend element waarmee de rechter rekening moet houden bij het bepalen van de strafmaat.

10. Bijkomende verplichtingen ketenaansprakelijkheid in drie sectoren

Vanaf 1 januari 2025 (of eerder bij Koninklijk Besluit) worden de mogelijkheden om werk uit te besteden aan onderaannemers beperkt in drie sectoren: de bouwsector, de vleesverwerking en de verhuissector. Onder andere voor de verhuissector gelden specifieke regels, zoals een beperking tot maximaal drie niveaus van onderaannemers. Verdere verplichtingen, zoals aanwezigheidsregistratie en hoofdelijke aansprakelijkheid voor sociale en loonschulden, treden pas in werking op 1 januari 2027.

Heeft u vragen over deze wijzigingen? Ons team staat voor u klaar om u te adviseren.

Neem contact op met één van onze advocaten

#Moore Law #Tax & Legal #HR legal